Datum : 23 september 2024 Categorie : Blog, Nederlands leren

Wanneer gebruik je ‘hen’ en wanneer ‘hun’?

Bij het verwijzen naar personen kun je “hen” en “hun” gebruiken. Welke van de twee juist is, hangt af van de rest van de zin. Hier leggen we het verschil kort en duidelijk uit.

“Hen” gebruik je in twee gevallen:

Na een voorzetsel:

  • Voorbeeld: “Ik geef het boek aan hen.”
  • Voorbeeld: “Hoe gaat het met hen?”

Als lijdend voorwerp:

  • Voorbeeld: “De leraar beloonde hen.”
  • Voorbeeld: “Ze zagen hen niet aankomen.”

Een lijdend voorwerp is degene of datgene in de zin dat de actie van het werkwoord ondergaat. Om te bepalen of een woord een lijdend voorwerp is, kun je de zin herformuleren met “worden.” Bijvoorbeeld: “Ze zagen hen niet” kan worden “Zij werden niet gezien.” “Zij” is dus in deze zijn een lijdend voorwerp.

“Hun” gebruik je als meewerkend voorwerp:

“Hun” gebruik je wanneer het een meewerkend voorwerp is, dus als iets aan hen gegeven of verteld wordt.

  • Voorbeeld: “Ik gaf hun een cadeau.”
  • Voorbeeld: “Ze vertelden hun het nieuws.”

Let op: “Hun” mag nooit als onderwerp gebruikt worden, zoals in “Hun hebben gewonnen.” Het juiste woord is hier (altijd?) “zij”.

Ezelsbruggetjes:

  • Hen na een Huis of Hond: Als het iets of iemand betreft dat wordt gezien, gehoord of geholpen.
  • Hun krijgt iets: Als iets aan iemand wordt gegeven of verteld.

Met deze richtlijnen kun je gemakkelijk het juiste woord kiezen en fouten voorkomen.

Het leren van correct taalgebruik bij Babel

Bij Babel bieden we taalcursussen aan die speciaal zijn ontworpen om je grammaticale vaardigheden te verbeteren. Door de theorie te combineren met praktische oefeningen en begeleiding van ervaren docenten, wordt het leren van de Nederlandse taal niet alleen effectiever, maar ook een stuk leuker. Met deze gecombineerde aanpak kun je vol vertrouwen de juiste taalregels toepassen in je dagelijkse communicatie.

Cursussen Nederlands

Lees ook: